Wilt u uw banden goed oppompen dan dient u rekening te houden met een aantal correctiefactoren als winterbanden en warme banden.
Verkeerde bandenspanning?
Het komt regelmatig voor dat automobilisten na het oppompen van banden bij een reguliere luchtunit wegrijden met een verkeerde en vaak lagere bandenspanning dan waarmee ze aankwamen. Dit komt ondermeer omdat de adviesspanning gecorrigeerd moet worden op een aantal correctiefactoren.
De Slimme Bandenpomp corrigeert overigens op deze factoren: de garantie voor goed opgepompte banden.
Koude of warme banden
Tijdens het rijden neemt de temperatuur van de band al binnen enkele kilometers toe tot wel 75 graden Celsius. Dat komt door de wrijving met het wegdek en de constante vervorming van de band. Door deze temperatuurstijging neemt de druk in de band toe met enkele tienden bar (0,3 tot wel 0,6 bar). Dit effect hoort zo en daar is met de adviesspanning door de autofabrikant rekening mee gehouden. Wanneer de bandenspanning van warme banden (waarmee net is gereden) wordt gemeten, dan is die hoger dan de spanning in koude toestand (bij omgevingstemperatuur). Verlaag van een warme band dus nooit de spanning, maar wacht tot die is afgekoeld naar de omgevingstemperatuur. Dat duurt minimaal een half uur.
Wil of moet u toch de bandenspanning aanpassen met warme banden? Tel dan zeker 0,3 bar op bij de adviesspanning zoals op de sticker staat vermeld.
Kortom: Heeft u auto warme banden: laat de banden dan een half uur afkoelen of pas de correctiefactor toe. De Slimme Bandenpomp corrigeert de meting met automatisch met 0,3 bar bij warme banden.
Winterbanden: 0,2 bar extra
Winterbanden vragen om een correctie op de aanbevolen bandenspanning uit het instructieboekje. Winterbanden zijn namelijk van een ander soort rubber gemaakt en hebben een dieper en ander profiel, wat voor de beter grip op sneeuw en ijs zorgt. Het advies is om bij de betreffende spanning bij de bandenmaat 0,2 bar op te tellen omdat winterbanden een hogere spanning nodig hebben.
Winterbanden zijn aan het onderstaande logo op de zijkant van de band te herkennen en aan het getande profiel in het loopvlak.
Buitenlucht temperatuur: corrigeer voor flinke afwijkingen van 20 graden Celsius
De geadviseerde bandenspanning voor een auto geldt bij een omgevingstemperatuur van 20 graden Celsius. De druk in de band is afhankelijk van de temperatuur. Met elke 10 graden afwijking moet de aan te brengen spanning daarom met 0,1 bar worden gecorrigeerd. Is het warmer dan 20 graden, dan is de druk door de buitenlucht toegenomen en moet u dus de meting naar beneden corrigeren. Is het in de winter nul graden Celsius, dan moet je 0,2 bar bij de meting optellen. Immers, als de band weer zou opwarmen tot 20 graden, neemt de druk met 0,2 bar toe. De aan te brengen adviesspanning moet dus ook omgerekend worden naar de buitenluchttemperatuur.
Bredere banden onder de auto
Rijd u een auto met bredere banden en grotere velgen dan door de autofabrikant wordt voorgeschreven? Dit heeft nadelige gevolgen voor de veiligheid. Het gevaar bestaat er uit dat de bredere banden gevoeliger zijn voor aquaplaning. De band en de velg zijn gevoeliger voor beschadigingen.
De auto is bij deze bandenmaat niet goedgekeurd en er is dan ook geen goede adviesspanning op de sticker weergegeven.
Heeft de auto desondanks toch bredere banden? Houd dan de spanning aan die geadviseerd wordt voor bredere banden bij hoge belasting.
100 % de juiste bandenspanning
De Slimme Bandenpomp corrigeert de adviesspanning automatisch op alle noodzakelijk correctiefactoren. Met de Service op Locatie zorgt een team servicemedewerkers ervoor dat auto’s van de juiste bandenspanning worden voorzien.